Waarin belegt BPZ?
Het grootste deel van het vermogen van BPZ is belegd in de matching portefeuille die ten doel heeft het risico dat de dekkingsgraad daalt door een rentedaling grotendeels af te dekken. De rest is belegd in de return portefeuille. Deze portefeuille heeft als doel om rendement te maken.
De strategische beleggingsmix van BPZ staat in de tabel hieronder. De feitelijke beleggingsmix kan hier iets van afwijken. Daarnaast zijn de vermogensbeheerder en de fondsnaam weergegeven. Voor meer details wordt bij de fondsnaam doorgelinkt naar het product.
Vanaf 1 april 2024 ziet de beleggingsmix van BPZ er als volgt uit:
Categorie | Strategisch wegingspercentage | Vermogens-beheerder | Fondsnaam |
Matching portefeuille | 59% | ||
LDI fondsen | 30,5% | Columbia Threadneedle Euro Liquidity Plus Fund | CT Euro Liquidity Plus Fund |
(Staats)obligaties | 12,6% | Columbia Threadneedle | Individuele staatsleningen |
Staatsobligaties AAA en obligaties staatsgegarandeerd | 6,9% | Columbia Threadneedle | Individuele staatsleningen |
Nederlandse Hypotheken | 9% | AEGON | AeAM Dutch Mortgage Fund en AeAM Dutch Mortgage Fund 2 |
Return portefeuille | 41% | ||
Aandelen wereldwijd ontwikkelde markten | 31% | BNP Paribas | Via een passief mandaat waarin de MSCI World SRI wordt gerepliceerd |
Aandelen opkomende markten | 4% | UBS | UBS ETF (LU) MSCI Emerging Markets Social Responsible UCITS (LU1048313891). Deze ETF repliceert de MSCI Emerging Markets SRI Low Carbon Select 5% Issuer Capped Total Return Net. |
Obligaties Opkomende Markten (lokale valuta) | 3% | State Street Global Advisors | State Street Global Advisors Passive Emerging Markets Local Currency Bond Strategy. Dit fonds repliceert JP Morgan Government Bond Index – Emerging Markets Global Diversified |
Obligaties Opkomende Markten (harde valuta) | 3% | BlackRock | iShares Emerging Markets Government Bond Index Fund (LU) | KLASSE X2 (blackrock.com) |
Afdekking renterisico
In lijn met de doelstelling van het bestuur om rekening te houden met de verplichtingenstructuur wordt het renterisico gereduceerd. Strategisch wordt het renterisico door middel van de matching portefeuille in principe voor 55% afgedekt, waarbij geldt dat deze 55% wordt gemeten aan de zuivere marktwaarde van de nominale verplichtingen. Voor de afdekking van het renterisico op marktwaarde geldt een bandbreedte van 45% tot 65%. Hierbij geldt als randvoorwaarde dat de afdekking van het renterisico van de pensioenverplichtingen gewaardeerd tegen de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur inclusief de zogenoemde UFR, niet uit mag gaan boven 100%.
Tijdelijke verhoging afdekking renterisico
In de aanloop naar de nieuwe pensioenregeling heeft BPZ de renteafdekking tijdelijk verhoogd van 55% naar 85%. Het doel is om de nieuwe pensioenregeling op 1 januari 2026 te laten ingaan. Het bestuur vindt het verstandig om het renterisico te beperken nu de nieuwe regeling er bijna aankomt. Het bestuur heeft de evenwichtigheid van beschermende maatregelen onderzocht en concludeert dat een hogere rente afdekking evenwichtig is. De belangrijkste overweging vanuit het bestuur is dat een hogere renteafdekking de dekkingsgraad beschermt en hierdoor de kans op evenwichtig invaren verhoogt. Daarnaast is BPZ een jong fonds en de renteafdekking in relatie tot de markt was relatief laag. Een daling van de rente zou de dekkingsgraad relatief harder raken dan andere Nederlandse pensioenfondsen. De hogere afdekking past binnen de vastgestelde risicohouding. Dit is af te leiden uit de analyse dat het Vereist Eigen Vermogen nog steeds binnen de bandbreedte van 16% tot 26% valt. De hogere afdekking heeft geen gevolg voor de kostendekkende premie en daarmee de pensioenopbouw.
Het bestuur heeft de verhoging van de renteafdekking, met instemming van het belanghebbendenorgaan, in de maand juli 2024 doorgevoerd.
In verband daarmee is de bandbreedte voor de renteafdekking tijdelijk verhoogd.
Afdekking valutarisico
Strategisch dekte het pensioenfonds de posities in de Amerikaanse Dollar voor 50% van het wereldwijde aandelenfonds af. In het kader van het tactische beleid hanteert het pensioenfonds een bandbreedte van 25% - 75%. Bij het gebruik maken van rentederivaten en valutatermijncontracten ontstaan kredietrisico’s op de tegenpartijen wanneer de derivaten een positieve marktwaarde hebben. De kredietrisico’s worden beheerst door een frequente uitwisseling van onderpand.
Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR)
Per 10 maart 2021 zijn de Europese SFDR in werking getreden. SFDR staat voor Sustainable Finance Disclosure Regulation. Dit is een onderdeel van de European Green Deal, een reeks beleidsinitiatieven van de Europese Commissie met als overkoepelende doelstelling om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken, en daarmee het eerste klimaat neutrale continent te worden. De SFDR is ook van toepassing op Nederlandse pensioenfondsen. Belangrijk hierin zijn regels om het zogenoemde ‘greenwashing’ tegen te gaan. In dat kader moeten ook pensioenfondsen bepaalde verklaringen afleggen over hoe zij duurzaamheidsrisico's meewegen in hun beleggingsbeleid en hoe zij controles uitvoeren of gestelde duurzaamheidsdoelen worden bereikt.
De SFDR wetgeving vraagt pensioenfondsen een keuze te maken over hoe zij hun pensioenproduct positioneren. Hierin kiest BPZ vooralsnog om het pensioenproduct te positioneren als 'overig product'.
SFDR-regelgeving
De verklaring van BPZ over de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van artikel 4 van de SFDR-regelgeving luidt als volgt.
BPZ houdt geen rekening met de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van artikel 4 van de Informatieverschaffingsverordening van de SFDR. Het fonds zal dus geen indicatoren over ongunstige effecten rapporteren.
- BPZ heeft minder dan 500 medewerkers en heeft derhalve de mogelijkheid om geen rekening te houden met het genoemde artikel 4 van de SFDR.
- De rapportagekosten zijn hoog.
- De secundaire wetgeving is recentelijk gepubliceerd. Het is nog onzeker waaraan BPZ zich committeert, wat het effect is en wat de kosten zijn.
BPZ zal het bovenstaande in 2024 heroverwegen en besluiten of zij de ongunstige effecten zoals bedoeld in de SFDR-regelgeving wil laten meewegen in haar beleggingsbeslissingen.
Het Pensioenfonds classificeert haar pensioenregeling verder niet als een duurzaam product dat ecologische of sociale kenmerken promoot, waarbij gedeeltelijk in duurzame producten wordt belegd. De pensioenregeling valt daarmee onder artikel 6 van de SFDR.
BPZ houdt zich bij het uitsluitingenbeleid overigens aan de Nederlandse wet, die beleggen in bedrijven die betrokken zijn bij de productie van of handel in clusterbommen en anti-persoonsmijnen verbiedt. De wet maakt een uitzondering voor beleggingen die passief in indexfondsen worden gedaan omdat daar een uitsluitingsbeleid niet altijd mogelijk is. Daarnaast volgt BPZ voor haar aandelenbelegging twee MSCI SRI indices. Een SRI-index is een gewogen lijst van aandelen die doorgaans wordt samengesteld door een bredere aandelenindex te filteren op basis van een reeks sociale of milieucriteria. De MSCI SRI indices zijn in overeenstemming met de internationale normen volgens de VN-verklaring van de rechten van de mens, de ILO-verklaring over fundamentele beginselen en rechten op het werk en het UN Global Compact (bedrijven en instellingen die duurzaamheidsprincipe-afspraken naleven).
BPZ gelooft ook dat bedrijven die in de bedrijfsvoering rekening houden met ESG-maatstaven (ecologische, sociale en governance maatstaven) op de lange termijn een betere risico-rendementsprofiel kennen dan bedrijven die dat niet doen. Hierbij houdt het pensioenfonds wel oog voor de kosten. Op korte termijn zijn beperkt hogere kosten aanvaardbaar, echter op langere termijn moet dit terugverdiend worden.
BPZ blijft ondertussen doorgaan met de uitvoering van en ontwikkeling van haar Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB)-beleid.
Wilt u meer over ons beleggingsbeleid weten? Lees dan onze Verklaring beleggingsbeginselen (pdf).